Dokkumer Nieuwe Zijlen
De Nieuwe Zijlen bij Dokkum zijn al enkele eeuwen oud. De sluis werd aangelegd, nadat het Dokkumergrootdiep in 1729 van de zee werd afgesloten. De sluis bestaat uit: 2 spuisluizen en 1 schutsluis. Via de spuisluizen was het mogelijk om het overtollige water vanuit de Friese boezem naar de Waddenzee af te voeren. Via de schutsluis kon het scheepvaartverkeer vanuit het Dokkumergrootdiep naar de Waddenzee varen. Via de zijlen stroomt het overtollige water uit de Friese boezem onder vrij verval naar de Lauwerszee. Hierbij zijn eb en vloed van groot belang. Alleen als de stand van het buitenwater (Lauwerszee) lager is dan het water in de boezem kan er water worden afgevoerd door de sluisdeuren te openen.
Nadat de Lauwerszee in 1968 was afgesloten en het Lauwersmeer werd, fungeert het meer als groot opslagreservoir voor het water uit Friesland, maar tevens uit een deel van de provincie Groningen. Bij Lauwersoog zijn twee soorten sluizen: spuisluizen en schutsluizen. Met een spuisluis kan er alleen water worden afgevoerd van het Lauwersmeer naar de Waddenzee. Met een schutsluis kan het scheepvaartverkeer via een sluis worden ,,geschut" van het ene naar het andere water. Behalve eb en vloed is het ook van belang om te weten uit welke richting de wind waait. Bij een stevige noordwester wordt het water in de Waddenzee tot ver in het oostelijk deel van de Waddenzee opgestuwd. Dat kan als gevolg hebben dat de spuisluizen niet geopend kunnen worden, omdat de stand van het buitenwater hoger is dan op het Lauwersmeer. In dat geval moet er gewacht worden op een moment waarop het buitenwater weer lager staat. Soms kan dat een paar dagen duren. Hoe voller het Lauwersmeer staat hoe penibeler de situatie wordt.
De Dokkumer Nieuwe Zijlen hebben nog steeds een belangrijke functie in het waterbeheer, en vooral de afvoer van water in de provincie Fryslân. Een sluis is een veel goedkopere manier om water uit de boezem te krijgen dan een gemaal. De aanvoerroute voor de Dokkumer Nieuwe Zijlen loopt via de Nieuwe Vaart bij Zwaagwesteinde (De Westerein), de Petsloot en de Nieuwe Zwemmer naar het Oude Dokkumerdiep. Bij Dokkumer Nieuwe Zijlen stroomt het water via het Dokkumer Diep naar het Lauwersmeer. Omdat de wateraanvoer in het verleden tamelijk gebrekkig verliep zijn de Nieuwe Vaart en de Nieuwe Zwemmer etc. als aanvoerroute breder gemaakt en uitgediept waardoor de capaciteit toenam.
Dokkumer Nieuwe Zijlen (Fries: Dokkumer Nije Silen is een buurtschap in de gemeente Dongeradeel, provincie Friesland. Het ligt ten oosten van Engwierum aan de Provinciale weg N358. De sluis Dokkumer Nieuwe Zijlen, waaraan het buurtschap zijn naam te danken heeft, zijn de sluizen (oud-Nederlands: zijlen), die aangelegd zijn bij het afsluiten van het Dokkumergrootdiep in 1729. De sluis bestaat uit drie sluiskolken. Twee daarvan konden door schepen worden gebruikt. De derde werd alleen gebruikt voor het spuien van water in de Lauwerszee. Na de afsluiting van de Lauwerszee in 1969 verloren de Dokkumer Nieuwe Zijlen haar functie als zeesluizen.
De Dokkumer Nieuwe Zijlen lagen tot de gemeentelijke herindeling van 1984 in de voormalige gemeente Oostdongeradeel. In 1723 besloten Gedeputeerde Staten van Friesland dat het Dokkumergrootdiep vanwege het overstromingsgevaar moest worden afgesloten. Twee gedeputeerden werden als commissarissen belast met de overdijking van het Dokkumerdiep en met de aanleg der Dokkumer Nieuwe Zijlen. Het waren Michael Onuphrius thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, grietman van Dantumadeel, die zowel op het terrein van de wiskunde als op dat van de werktuigbouwkunde bijzonder bedreven was, en Philip Frederik Vegelin van Claerbergen, grietman van Haskerland, die evenals zijn collega over dezelfde vaardigheden beschikte.
Nadat het werk in 1729 voltooid was was, werd een gedenktekenen opgericht ter eeuwige nagedachtenis, zoals de tekst van het gedenkteken luidt, van de overdijking van het Dokkumerdiep. Tevens wordt vermeld, dat zesduizend roeden dijk Oostergo zullen behoeden van wateroverlast.
De daadwerkelijke afsluiting van het diep geschiedde in tegenwoordigheid van beide commissarissen. Ook hun wapens kregen een plek op het gedenkteken. De daadwerkelijk aanleg van het sluizencomplex met drie spuikanalen geschiedde door de Leeuwarder architect Claas Bockes Balck. De waterbouwkundige Willem Loré was verantwoordelijk voor de bouw van de bijbehorende afsluitdijk. In 1834 vond er een restauratie plaats. Na het afsluiten van de Lauwerszee in 1969 werd 150 meter ten zuiden van de sluis de Willem Lorésluis (schutsluis) aangelegd.